Vijftien partijen, waaronder Hemus, slaan de handen ineen voor de akkervogels in Flevoland.
Er zijn dringend extra inspanningen nodig voor de akkervogels in Flevoland. Daarom hebben we een Actieplan Akkervogels Flevoland 2024-2033 opgesteld, dat op 22 mei is overhandigd aan de Flevolands gedeputeerden Harold Hofstra (natuur) en Jan Klopman (landbouw). Rode draad in het actieplan is het verhogen van de kwaliteit van ‘akkervogellandschappen’. Daaraan kunnen alle beheerders van de groene ruimte een belangrijke bijdrage leveren. Vanuit Hemus leveren we al een (bescheiden) bijdrage door via strokenteelt en agroforestry de diversiteit op de akker te verhogen en meer leefgebied en voedsel voor vogels te bieden. Monitoring heeft uitgewezen dat het aantal akkervogels hierdoor is gestegen. We zouden graag een grotere bijdrage willen leveren en onderschrijven de genoemde maatregelen uit het actieplan.
Hoewel veel soorten– net als elders in Nederland – afnemen, is Flevoland nog steeds een belangrijke provincie voor karakteristieke akkervogels zoals graspieper, gele kwikstaart, kievit en scholekster. Daarnaast is in Flevoland de zomertortel als schaarse broedvogel aanwezig. Op ruim 1.800 hectare landbouwgrond voeren agrariërs beheermaatregelen uit en enkele honderden hectares natuurgebied worden mede voor akker- en weidevogels beheerd. Die inspanningen blijken echter niet voldoende: veel soorten zijn verder in de verdrukking gekomen. Er is een omvattende aanpak nodig om de kwaliteit van het Flevolandse landschap voor akkervogels te versterken. Met de maatregelen in het actieplan, waaraan vijftien partijen zich hebben gecommitteerd, moet de afname over tien jaar zijn omgebogen naar groei. Bij de overhandiging zei gedeputeerde Jan Klopman “Het is een bemoedigend begin dat zo veel partijen zich bereid hebben verklaard om samen het tij te keren”.
Kwaliteit landschap centraal
Onderzoek wijst uit dat akkervogels veel sterker reageren op het landschap als geheel dan op afzonderlijke beheermaatregelen. Het plan bevat op dit punt de volgende acties:
* Ontwikkel een visie op de optimale Flevolandse akkervogellandschappen. Niet alle soorten stellen dezelfde eisen aan het landschap.
* Zet in het agrarisch natuurbeheer sterker in op volvelds ‘gewaspakketten’: voor akkervogels gunstige gewassen die deels ook vogelvriendelijk worden beheerd. Breid het beheerde areaal
substantieel uit – Flevoland is nog steeds bezig met het inhalen van een budgettaire achterstand ten opzichte van andere akkervogelprovincies.
* Versterk de ‘groenblauwe dooradering’ van het landschap door toename van het aantal ecologisch beheerde randen, sloten, oevers, dijken en bermen. Hierin zijn al stappen gezet, maar
er ligt nog een enorm potentieel;
* Richt het beheer van een aantal natuurgebieden sterker op akker- en weidevogels.
* Creëer ‘zachtere’ overgangen tussen landbouw- en bosgebied, bijvoorbeeld in de vorm van
struweel.
* Zet versterkt in op een groen grondbeleid, zowel van overheden als van institutionele beleggers, en intensiveer het overleg hierover met het Rijksvastgoedbedrijf en ASR. In Flevoland is ruim een derde van alle cultuurgrond in handen van RVB en beleggers.
* Deel en verbeter de kennis over de rol van predatie en maak snel afspraken over de plekken waar
extra actie nodig is.
Kennis en draagvlak versterken
In Flevoland zijn honderden natuur- en landschapsvrijwilligers actief die helpen bij beheerwerkzaamheden, monitoring en educatie-activiteiten. Omdat het vrijwilligersbestand vergrijst
en er steeds hogere eisen worden gesteld aan de intensiteit en kwaliteit van de monitoring (alleen al door uitbreiding van de beheerde oppervlakte) is het dringend gewenst om te werken aan verjonging en professionalisering van het vrijwilligersbestand. Tot slot is er behoefte aan meer en sterker toegespitst voorlichtingsmateriaal over akkervogels voor beheerders en voor het ‘brede publiek’.
Ambities kosten geld
Het actieplan bevat forse ambities voor de komende tien jaar. Het realiseren daarvan kost veel extra geld. Voor uitbreiding en kwaliteitsverbetering van het beheer is jaarlijks zo’n € 10,7 miljoen extra nodig. Daarnaast is een eenmalig bedrag van € 13,5 miljoen nodig, waarvan een groot deel is bedoeld voor versterking van de groenblauwe dooradering voor akkervogels. Alle betrokken partijen zullen zich inspannen voor een toereikende financiering. Naast publieke is er ook private financiering mogelijk, bijvoorbeeld vanuit markt en keten en vanuit natuurcompensatiegelden.